De column van Coen (5)

Het zit erop! Deze week was het de laatste raadsvergadering van deze periode. Onder de vlotte leiding van de burgemeester werden de laatste zaken afgedaan. Kon ook makkelijk want van echt nieuwe beleidsvoornemens was geen sprake meer.

De oppositiepartijen PvdA en CDA hadden nog wel een paar onderwerpen op de agenda laten zetten, maar dat bleken toch hamerstukken te zijn. Met uitzondering van het onderwerp De Voorde. Een project met een lange geschiedenis. Een geschiedenis met vooral veel miscommunicatie. Miscommunicatie tussen gemeente, betrokken bewoners uit de buurt en de projectontwikkelaar. Die laatste noem ik extra, want wat mij is opgevallen dat deze ontwikkelaar veel werk heeft overgelaten aan de betrokken wethouder. Die heeft vaak de klappen voor deze ondernemer opgevangen. Maar goed het plan met een horecafaciliteit in dit landgoed is nu van de baan en het volgende College kan opnieuw beginnen, mede op basis van een gehouden herbestemmingsonderzoek. Hopelijk weten bewoners en gemeente elkaar nu beter te vinden. De wethouder gaf ruiterlijk toe dat dit niet goed gelopen is en dat siert hem!

Voor mij was het meest opvallende aan deze laatste raadsvergadering, de inspreekbeurt voorafgaand aan de vergadering. Burgers hebben daarbij het recht om 5 minuten te pleiten voor een bepaald onderwerp op de agenda of in de actualiteit. In Rijswijk hebben wij elke vergadering een vaste inspreker die in een soort gesproken column zijn mening geeft. Over alles en iedereen. En dat is zijn recht. Maar dit keer voerde hij een soort beoordelingsgesprek van de burgemeester en wethouders. En dat was echt buiten proporties. Veel te persoonlijk en op de man gespeeld en behoorlijk pedant om zichzelf zo in die positie te zetten. Dat hij daar de burgemeester flink aanpakte, wetende dat hij diezelfde week een afspraak met burgemeester en gemeentesecretaris voor een goed gesprek heeft, was echt te gek voor woorden. Dit heeft niets meer met inspreken te maken. Het is aandacht vragen voor het eigen gelijk op een zeer uitvoerige en steeds repeterende wijze. Toen ik daar in de vergadering iets over zei reageerde hij met een opmerking die helemaal niet kon. Hij refereerde aan een mail van mij aan hem waarin ik zou gezegd hebben dat ik tegen insprekers ben omdat de raadslieden toch maar in slaap vallen. Wat een schandalige vertoning, om een privé mail van mij aan hem in de openbare discussie te brengen. En ja het klopt. Ik schreef hem dat bij zijn herhaald inspreken er sprake is van een desinteresse bij sommige raadsleden. Bij communicatie zijn timing en het doseren heel belangrijk. Met zijn herhaald optreden in elke vergadering, vaak over dezelfde onderwerpen, krijgt men minder aandacht dan bij een meer agenda gebonden en goed getimede inspreekactie. Het was een tip, niet meer en niet minder. Maar ook daar had de inspreker maling aan.

Laten wij het instituut inspreken bij de raadsvergadering vooral overeind houden. Ik heb het afgelopen jaar mooie voorbeelden daarvan gezien bij het onderwerp De Voorde, de woningen in Rijswijk Buiten en de dreigende verbreding van de Vliet. En zo hoort dat!