Het zit erop! Deze week was het de laatste raadsvergadering
van deze periode. Onder de vlotte leiding van de burgemeester werden de laatste
zaken afgedaan. Kon ook makkelijk want van echt nieuwe beleidsvoornemens was
geen sprake meer.
De oppositiepartijen PvdA en CDA hadden nog wel een paar onderwerpen op de agenda laten zetten, maar dat bleken
toch hamerstukken te zijn. Met uitzondering van het onderwerp De Voorde. Een
project met een lange geschiedenis. Een geschiedenis met vooral veel
miscommunicatie. Miscommunicatie tussen gemeente, betrokken bewoners uit de
buurt en de projectontwikkelaar. Die laatste noem ik extra, want wat mij is
opgevallen dat deze ontwikkelaar veel werk heeft overgelaten aan de betrokken
wethouder. Die heeft vaak de klappen voor deze ondernemer opgevangen. Maar goed
het plan met een horecafaciliteit in dit landgoed is nu van de baan en het
volgende College kan opnieuw beginnen, mede op basis van een gehouden herbestemmingsonderzoek.
Hopelijk weten bewoners en gemeente elkaar nu beter te vinden. De wethouder gaf
ruiterlijk toe dat dit niet goed gelopen is en dat siert hem!
Voor mij was het meest opvallende aan deze laatste
raadsvergadering, de inspreekbeurt voorafgaand aan de vergadering. Burgers
hebben daarbij het recht om 5 minuten te pleiten voor een bepaald onderwerp op
de agenda of in de actualiteit. In Rijswijk hebben wij elke vergadering een
vaste inspreker die in een soort gesproken column zijn mening geeft. Over alles
en iedereen. En dat is zijn recht. Maar dit keer voerde hij een soort
beoordelingsgesprek van de burgemeester en wethouders. En dat was echt buiten
proporties. Veel te persoonlijk en op de man gespeeld en behoorlijk pedant om
zichzelf zo in die positie te zetten. Dat hij daar de burgemeester flink
aanpakte, wetende dat hij diezelfde week een afspraak met burgemeester en
gemeentesecretaris voor een goed gesprek heeft, was echt te gek voor woorden.
Dit heeft niets meer met inspreken te maken. Het is aandacht vragen voor het
eigen gelijk op een zeer uitvoerige en steeds repeterende wijze. Toen ik daar
in de vergadering iets over zei reageerde hij met een opmerking die helemaal
niet kon. Hij refereerde aan een mail van mij aan hem waarin ik zou gezegd
hebben dat ik tegen insprekers ben omdat de raadslieden toch maar in slaap
vallen. Wat een schandalige vertoning, om een privé mail van mij aan hem in de
openbare discussie te brengen. En ja het klopt. Ik schreef hem dat bij zijn
herhaald inspreken er sprake is van een desinteresse bij sommige raadsleden. Bij communicatie zijn timing en het doseren heel belangrijk.
Met zijn herhaald optreden in elke vergadering, vaak over dezelfde onderwerpen,
krijgt men minder aandacht dan bij een
meer agenda gebonden en goed getimede inspreekactie. Het was een tip, niet meer
en niet minder. Maar ook daar had de inspreker maling aan.
Laten wij het instituut inspreken bij de raadsvergadering
vooral overeind houden. Ik heb het afgelopen jaar mooie voorbeelden daarvan
gezien bij het onderwerp De Voorde, de woningen in Rijswijk Buiten en de
dreigende verbreding van de Vliet. En zo hoort dat!